Skauhytt on tour
Als alles wat je wilt altijd kan en je een rijkdom aan keuzes ervaart, kan de overvloed aan mogelijkheden dan verlammend werken? Kan het zo goed met je gaan dat je gevangen raakt in de gewenning aan luxe en vrijheid? Kunnen restricties en limitaties, hoe tegenstrijdig dit ook mag klinken, op zo’n moment niet juist een bijzondere verademing bieden?
Het kan onnatuurlijk aanvoelen om jezelf doelbewust te limiteren, dat maakt het wezenlijk moeilijk om op deze vragen een concreet antwoord te vinden. We zijn immers altijd op zoek naar het behouden en uitbreiden van onze welvaart. Echter is het de moeite waard om te ontdekken hoe welvaart de kwaliteit van ons leven kan limiteren.
Je zat middenin het maakproces voor de voorstelling I Don’t Want to be an Individual all on my Own toen er werd aangekondigd dat alle theaters dichtgingen. Hoe heeft de situatie het werk beïnvloed?
“Mijn originele idee voor SPRING was dat het een mix tussen een geluidsinstallatie en een performance zou worden. Toen duidelijk werd dat het stuk voorlopig niet opgevoerd kon worden, ben ik gaan bedenken hoe ik het verhaal kon vormgeven in enkel geluid. Zelfs nu ik weet dat er toch een live performance van het stuk gaat komen, blijft het voornamelijk een geluidswerk. Het concept van ‘ergens naartoe gaan’ is radicaal veranderd. Er zijn genoeg mensen in deze tijd die nog steeds nergens heen kunnen. Geluid past daarom goed: je kan het ook thuis ervaren, maar het kan je tegelijkertijd ook echt naar andere plekken transporteren.
Het concept van ‘ergens naartoe gaan’ is radicaal veranderd.
Ik heb ooit een werk gezien waarin er gebruik werd gemaakt van koptelefoons en toen ervaarde ik dat geluid heel veel intimiteit kan voortbrengen. Dat gevoel wil ik ook aan het publiek overbrengen. Naast dat iedereen een koptelefoon draagt, werk ik ook met binaural microfoons: microfoons die de illusie opwekken dat je in de ruimte bent waar het wordt opgenomen. Je voelt bijvoorbeeld dat iemand achter je staat of je hoort dat er kinderen om je stoel heen rennen. Ik wil het decor dat ik in andere omstandigheden had gebruikt oproepen door geluid.”
Je werk gaat vrijwel altijd over de menselijke psychologie en geestelijke gezondheid. Deze voorstelling gaat over het menselijke vermogen empathie te voelen voor anderen. Wat fascineert je aan dit gegeven?
“Mijn broer heeft autisme en een leerachterstand, waardoor communicatie erg moeilijk is voor hem. Al jong werd ik geconfronteerd met de noodzaak van inlevingsvermogen in ons bestaan. Zonder empathie waren sommige processen met hem echt onmogelijk geweest. Ik wilde een werk maken dat bewustzijn creëert over deze menselijke eigenschap die het mogelijk maakt om met anderen om te gaan, zelfs als die zich anders gedragen.”
Journalist en schrijver Rutger Bregman stelt in zijn boek De meeste mensen deugen dat mensen ongelooflijk empathische wezens zijn en dat naastenliefde van jongs af aan sterk aanwezig is in onze persoonlijkheid, maar dat empathie ook heel selectief is.
“Precies. En daar zit nou net de crux. Wanneer je iemand niet begrijpt is het moeilijk empathie voor diegene voelen. We zien de ‘onbegrepen ander’ snel als een bedreiging, omdat we zijn of haar volgende stap niet kunnen voorspellen. In mijn werk bevraag ik die selectiviteit: waarom kunnen we ons in sommige mensen ontzettend goed inleven, en voelen we bij anderen de neiging om ze weg te duwen?
Ik zat ooit in therapie voor mijn angst voor spinnen, waarbij ik op een gegeven moment een spin moest aanraken en over mijn hand moest laten lopen. Ik begon empathie te ontwikkelen voor iets dat ik voorheen als een monster had ervaren. Toen ik me dat realiseerde, besefte ik mij dat empathie over leerpatronen en tijd gaat. Het is niet iets dat er wel of niet is, maar soms moeten we moeite doen om de ander te begrijpen en te leren kennen.
Volgens mij moeten we de mensen die we uit onze wereld willen duwen juist met nieuwsgierigheid benaderen, proberen om dingen vanuit hun standpunt te zien en ons best doen om een dialoog aan te gaan. We zouden manieren moeten vinden om elkaar te ontmoeten. Empathie komt dan vanzelf.”
Hoe vertaalt zich dat in I Don’t Want to be an Individual all on my Own?
“Voor dit werk ben ik gaan kijken naar de wetenschap achter storytelling. Verhalenvertellers zijn afhankelijk van empathie. Ze moeten hun publiek met de personages mee kunnen laten leven. Tegelijkertijd kan een verhaal zelf ook inzicht bieden in hoe empathie zich ontwikkelt in een persoon.
Ik vertel een verhaal dat gebaseerd is op een herinnering uit mijn kindertijd: een gezamenlijk verjaardagsfeestje van mijn moeder en mij, toen ik acht jaar werd. Hoewel er niet veel bijzonders gebeurde op deze verjaardag, was het een van de eerste momenten die ik mij kan herinneren waarin ik mij bewust was van het feit dat er zoveel verschillende karakters en persoonlijkheden aanwezig waren, die ik allemaal moest interpreteren.
Er waren zowel volwassenen als kinderen, die zich ook weer tot elkaar moesten verhouden. Mijn oma, bijvoorbeeld, was ook aanwezig op het feest. Hoewel ik heel veel van haar hield, renden alle andere kinderen schreeuwend het huis uit wanneer zij zich vertoonde. Die mengelmoes van verhoudingen tussen vrienden en kennissen, beschreven vanuit mijn perspectief als achtjarig kind, werkt volgens mij heel goed om te reflecteren op de werking van empathie.
Ik denk dat ik een manier van schrijven heb gevonden waarmee ik niet alleen het verhaal vertel, maar ook mijn gedachten en reflecties in het vertelde verweef. De herinnering waar ik de voorstelling op baseer is niet bepaald een spannende thriller, of iets dergelijks, maar het geeft vorm aan iets abstracts als emoties en gedachten. Wat ik interessant vind is dat hetgeen dat zich in onze hoofden afspeelt heel ongrijpbaar is. Ik wil het over de menselijke psyche hebben zoals een kunstenaar over een abstract schilderij. Volgens mij zit er eenzelfde soort diepte in.”
Ik wil het over de menselijke psyche hebben zoals een kunstenaar over een abstract schilderij. Volgens mij zit er eenzelfde soort diepte in.
Dat je abstracte gedachten over de psyche verweeft in de tekst, begrijp ik goed. Hoe zorg je ervoor dat het ook reflecteert in de muziek en de andere geluiden die je gebruikt?
“Elk personage in het verhaal heeft een bepaald geluid. Wanneer je de saxofoon hoort, bijvoorbeeld, weet je dat mijn oma in de kamer is. Een instrument of een bepaald geluid kan de aanwezigheid van iemand verraden, of je kan horen dat je in een andere ruimte bent.
Op die manier ontstaat het verhaal vooral in het brein van de luisteraar, zonder dat bepaalde dingen benoemd worden. Het publiek gaat dus zijn eigen relaties aan met de personages en de omgeving.
Volgens mij kan ik mijn innerlijke wereld heel goed communiceren door geluid. Muziek werkt verbindend en het is een heel directe manier van gevoelens uiten. Iemand als mijn broer, bijvoorbeeld, die door zijn autisme moeite heeft met communiceren, begrijpt muziek vaak ook. Het gaat recht het lichaam in.”
Communicatie is de afgelopen jaren radicaal veranderd. De afgelopen maanden is de opkomst van digitale communicatiemiddelen en social media natuurlijk in een stroomversnelling gekomen. Het bevragen van de invloed van communicatie op afstand is de afgelopen maanden alleen maar relevanter geworden. Heeft communicatie op afstand volgens jou invloed op ons empathisch vermogen?
“Dit vraagstuk was wel onderdeel van mijn onderzoek, maar komt alleen indirect terug in mijn werk. Het verhaal dat ik gebruik speelt zich af in mijn kindertijd. Mijn herinnering van toen is echter compleet gekleurd door de persoon die ik nu ben, mijn ervaringen en mijn begrip van hoe communicatie nu compleet anders is.
Ik wil hedendaagse communicatiemiddelen zeker niet afschrijven. Het is enerzijds ongelooflijk hoe makkelijk en snel we met elkaar kunnen communiceren, wat tijdens de lockdown maanden een zegen was, maar die snelheid heeft ook een keerzijde. We verwachten dat mensen onmiddellijk reageren, ook van een grote afstand. Er is online weinig tijd voor reflectie. Ik las ooit dat ze empathie bij kinderen probeerden te stimuleren door hun gesprekken te vertragen en ze te laten wachten voordat ze reageerden. Je hebt tijd nodig om een ander te lezen.”
Je werk draait altijd om psychologische effecten. Baseer je je werk altijd op persoonlijke ervaringen?
“Mijn moeder is beeldend kunstenaar en zij heeft mij altijd geleerd om mijn emoties mee te nemen in mijn werk. Met hulp van therapie heb ik geleerd bepaalde gevoelens van een afstand te bekijken. Dat is iets dat ik graag verwerk in mijn kunst.
In 2015 voerde ik een werk op in het Muziekgebouw waarbij een groep muzikanten een concentratietest aflegde. Ze speelden een stuk, waarbij ze steeds een bepaalde noot moesten spelen wanneer er een stip op hun partituur stond. De bladmuziek werd echter, naarmate het stuk vorderde, steeds onduidelijker en de begeleiding van de dirigent verdween. Ze moesten het, kortom, maar zelf uitzoeken, waardoor het stuk bijna niet meer goed uit te voeren viel. Dat resulteerde in een gevoel van instabiliteit en onzekerheid onder de muzikanten, maar ook onder het publiek, dat met ze meeleefde. Onzekerheden zijn persoonlijk, maar ook iedereen heeft ze en iedereen kan inbeelden hoe het voelt.
Ik put veel uit mijn persoonlijke ervaringen, maar probeer het in mijn werk altijd te vertalen op een manier waarop anderen hun persoonlijke begrip van het onderwerp erin kunnen zien. Ik heb werk gemaakt over onzekerheid, obsessief-compulsieve stoornissen en zelf-destructiviteit. Ook het werk dat er nu aankomt put uit mijn ervaring van in een gezin opgroeien met een autistische broer, waardoor ik al op jonge leeftijd met het belang van empathie werd geconfronteerd, maar uiteindelijk is het onderwerp universeel. Het werk gaat niet over mij.”
I Don’t Want To Be an Individual All On My Own gaat 30 oktober in première in de Stadsschouwburg van Utrecht tijdens SPRING in Autumn. Het festival vindt plaats van 28 oktober t/m 15 november op verschillende locaties in Utrecht.