Alex de Vries

Een dozijn vragen aan Dick Verdult

Interview
14 oktober 2019

Alex de Vries interviewt de ongrijpbare kunstenaar Dick Verdult.

Tijdens IFDA (20 november – 1 december 2019) gaat de nieuwe film ‘VivaMantanzas’, over de zeeslag om de zilvervloot, van Dick Verdult in première. Ook is van 19 oktober tot met met 20 november nieuw werk van hem te zien in Annet Gelink Gallery. Wat staat ons te wachten? Alex de Vries interviewt de ongrijpbare kunstenaar die de vragen beantwoordt met zijn eigenzinnige formuleringen: “Elke discipline is een schaap en ik ben de herder met de stok.”


 

Kissinger en Pinochet, ieder 1 m³ holte, 1.40 m hoog.

Je nieuwe film is binnenkort in Nederland te zien nadat die eerder in Zuid-Amerika enthousiast is ontvangen. Naast films, maak je ook muziek en treed je veelvuldig live op, je schrijft boeken en je maakt sculpturen, schilderijen en tekeningen en in Den Haag is een werk in keramiek te zien dat je een paar jaar geleden in het EKWC hebt gemaakt. In de beeldende kunst word je door die veelzijdigheid getypeerd als een ‘multi-mediakunstenaar’. Hoe ga je met die labeling in de kunst om en hoe omschrijf je zelf je praktijk
‘Multimedia-kunst houdt voor mij in dat je vele media gebruikt om een en hetzelfde werkstuk te maken. Dat is bij mij niet zo het geval. Ik doe het wel, maar ik spring vooral van discipline naar discipline. Ik ben nooit wakker geworden met het idee dat ik iets vertegenwoordig wat in jouw opsomming voorkomt. Het is meer het bewustzijn dat – per medium – je andere resultaten, impact, plezier, contact, dialoog en verrassing hebt. Beeldende kunst is voor mij intiemer, optreden als muzikant is extraverter, filmprojectie is eenzamer. Laat ik het in een overdreven metafoor zeggen: elke discipline is een schaap en ik ben de herder met de stok. Degene die achterloopt wordt er vriendelijk aan herinnerd de kudde niet te verlaten.

Bij het Instituut voor Betaalbare Waanzin had ik als taakomschrijving Strategic Content Developer en die vond ik wel prachtig. Dat was een omschrijving van Wim Langenhoff, vriend, kunstenaar en mede-IBW-er.

Beeldende kunst is voor mij intiemer, optreden als muzikant is extraverter, filmprojectie is eenzamer.

In de werkelijke praktijk, als ik het hardop moet zeggen, heb ik er geen dekkend woord voor: al naar gelang degene die ik tegenover me heb, noem ik het hem vertrouwdste of juist onvertrouwdste terrein, maar ik begin dan in ieder geval met een handvat aan te reiken. Het heeft voor mij geen zin om me te omschrijven, als ik het rijkelijk uitspreek wordt men dol en doet een stap terug. Beter in stapjes uitvouwen. Zeker in Nederland was men argwanend, dat heeft me veel gekost. Er werd voorheen gereserveerd gedaan over mijn vlechten, maar nu het spinnenweb eindelijk in zijn geheel te zien is, verheugen zich zelfs de vliegen van de Biesbos erop.

Voor de duidelijkheid: bij de douanes zeg ik altijd Beeldend Kunstenaar. En zo is het eigenlijk ook, bij het woord kunst denk ik aan beeldende kunst. Dat is een heel ruim paradijs.’

Vooral als filmmaker werk je met budgetten die relatief groot zijn. Hoe financier jij je projecten?
Er zijn alle versies: met niks, met het ministerie van CRM, met de VPRO, weer met niks, dan daarna met weinig. Op z’n Nederlands no-budget filmen lukt behoorlijk, maar is duur in eten en transport, want dát betaal je dan ook – met je niks – écht zelf. Tenslotte realiseerde ik ‘VivaMatanzas’, die in November in IDFA/AAW/EYE in première gaat, met ondersteuning van het Mondriaan Fonds. Over een paar weken overigens weet ik of ik het budget voor een langspeelfilm krijg van het Filmfonds.’


 

Fuck You Dolphins

met niks, met het ministerie van CRM, met de VPRO, weer met niks, dan daarna met weinig

VivaMatanzas’ gaat over de Zilvervloot-zeeslag. Hoe heb je die in Nederland zo veel bezongen gebeurtenis benaderd?
‘In Cuba kreeg ik van een kunstambtenaar een boek cadeau. Het was ‘Los Holandeses en el Caribe’. Weliswaar had de schrijver een Friese achternaam, maar het was in het Spaans en op oud papier uitgebracht bij een Cubaanse uitgeverij, dus socialistisch en anti-imperialistisch goedgekeurd. En daarin trof ik uiteraard de slag van de Zilvervloot, juist vooral omdat die ook in Cuba heeft plaatsgevonden, in de baai van Matanzas. Ik lees vloeiend Spaans, maar ik werd uit de tientallen pagina’s van dat hoofdstuk niks wijs. Het was allemaal proza-puree, er stond eigenlijk niks. In de loop van tien jaar las ik het meerdere keren, want ik wilde er toch iets uit distilleren, tot ik door kreeg dat er ook écht niks was gebeurd! Nu snapte ik waarom die zeeslag verworden was tot een slap voetballers-lied. Er waren centjes binnengekomen maar er was geen bloed geweest, dus ook geen schilderij, geen grote bioscoopfilm en ook geen geïllustreerd kinderboek. We hebben te maken met een zeeslag die door toevalligheden en decadentie van de Spaanse admiraal een soort lotto-kaartje was geworden ten faveure van de Hollanders.

Een zeeslag dus, waarbij niemand stierf en die toch, en daar gaat het om, instrumenteel is geweest voor het bevrijden van twee continenten, Europa en Latijns-Amerika. Niet de komst van de centjes was belangrijk voor Holland, nee, ‘ze niet meer hébben’ was voor Spanje heftiger. Die waren immers bijna failliet en hadden die roofschat nodig puur en alleen om het huurlingenleger te betalen. De navelstreng was geknipt en het goud van Zuid-Amerika zou dat leger gedurende zes maanden niet voeden.

Ik heb de zeeslag benaderd als een choreografie van een catastrofe.’


 

Superfritz, monument voor de Duitse Bierdrinker

Er waren centjes binnengekomen maar er was geen bloed geweest, dus ook geen schilderij, geen grote bioscoopfilm en ook geen geïllustreerd kinderboek.

Je neemt regelmatig historische onderwerpen als uitgangspunt voor je werk. Zoals formele kunstenaars zich bezighouden met de waarneming en manieren om het perspectief als zodanig te corrigeren, lijk jij vooral historische vertekeningen nader te beschouwen en er een alternatieve kijk op los te laten. Hoe verhouden vorm en inhoud zich bij jou tot elkaar, vooral ook omdat een lineaire logica eraan lijkt te ontbreken?
‘Een helder gestelde analyse! Ik benader vorm en inhoud als twee verschillende bezoeken. De ene keer is de vorm aan de beurt, waarop de inhoud volgt, en de andere keer is het andersom. Bij inhoud vooral, als ik de drang voel om het ook werkelijk érgens over te hebben, en bij vorm gaat het om de magie van de impact, het plezier van het maken, de strategie waarmee je mensen benadert of de poëzie die al doende gaat ontstaan: vandaar dat soms werkstukken van me heel simpel zijn, als ontspoorde stickers, en andere keren een soort draaimolen waar je vol bekoring vanaf glijdt. Wat ik bijvoorbeeld mooi vind aan geschiedenis is dat de inhoud zo imperatief is, dat vorm dan voor mij niet echt een dwingende zaak is. Ik kom niet van de academische borst, een moeder die vorm-referentie kweekt, die gevangenis frequenteer ik niet. Zoals mijn eerste novelle heette: ‘Mijn tralies zijn mooier dan die van jou’.’


 

Benavides en Hein, film Viva Matanzas 50 min

En ja, soms zet ik volledige onwaarheden – voor anderen – in scene, maar dat doe ik dan om de mensheid een dienst te bewijzen.

‘Qua Rechtlijnigheid: ik ben vanaf halverwege de jaren zeventig zeker twintig jaar bezig geweest met onderzoek naar interactieve fictie, non-lineair dus. Een middel voor poëzie en non-dictatoriale vertellingen. Het gaat bij mij om een constant wisselen van perspectieven. Een onafgebroken scharnier naar andere opties. Dit is inherent aan mijn eerste twintig jaar, waarin ik comfortabel heb geschommeld in culturele ontwrichting.

En ja, soms zet ik volledige onwaarheden – voor anderen – in scene, maar dat doe ik dan om de mensheid een dienst te bewijzen.’

Doordat je opgroeide in Guatemala, Argentinië en Zuid-Afrika, studeerde in Parijs en je ook een woon- en werkruimte in Calanda in Spanje hebt, en door je veelvuldige activiteiten in Zuid-Amerikaanse landen en je talloze reizen, heb je een mondiale kijk op het leven en de kunst. Hoe verhoudt die zich tot je plaats in Nederland en je geboorteplaats Eindhoven in het bijzonder?
‘Toen ik ergens in ‘75 vanuit mijn studie aan de Universiteit Paris VIII Vincennes – een vijf sterren-leerschool voor chaos – naar Eindhoven terugging, had dat de volgende reden: in steden als Parijs, als je daar een rode pijp rookt met geparfumeerd tabak en je doet aan digitale kunst of toentertijd iets met takken, sta je midden in de wereld, ‘you are something’, terend op de uitstraling van die stad. Alsof een saxofonist naast Mick Jagger gaat staan om beter te klinken. Dus ik dacht, als ik wil weten wat ik doe en of het interessant is, ga ik naar de stad die – van alle steden die ik ken – het minst resoneert. Dat werd dus mijn geboortestad Eindhoven. Mooi dat ik me vergist had: Eindhoven was een grote vuistslag van dynamiek en kunst in popcultuur, fluxus-groepen, het Van Abbe Museum. Het was één voedzame gamma van zich uitvoerende ideeën. Een fabrieksstad met een rijke import aan arbeidskrachten had zijn vruchten gekregen. Ik raakte meteen gefascineerd door wat de New Electric had gedaan, en had het geluk om onmiddellijk in de lokale kunstenaarskring te worden geïntegreerd. Zodoende is Nederland voor mij toch wel Eindhoven. Nu minder, omdat de stad door slogans van mij is afgepakt. Al die citybranding-slogans zeggen eigenlijk: ‘Maar jij niet’. De rest van Nederland is voor mij een stevige bundel vrienden en/of een vitrine voor sociologie. Ik hou van Nederland zoals ik van Balthasar Gerards hou en hoe theatraal hij begeleid is naar zijn euthanasie, en ik wil bijdragen, maar dan vanaf de buitenkant. Ik hoef geen protohollander te worden, dan ben ik voor Nederland niks waard.’


 

Onmetelijke muur van steen-jota, film Viva Matanzas 50 min

Al die citybranding-slogans zeggen eigenlijk: ‘Maar jij niet’.

In het begin van je loopbaan heb je voor de VPRO programma’s gemaakt als NEON en Tape-TV. Je bereikte door het medium tv een voor beeldende kunst begrippen groot publiek. Later drong je als Dick El Demasiado met volksmuziek – de door jou uitgevonden Cumbia Lunáticas – door tot de populaire volkscultuur in Latijns-Amerika. Toch is het bereiken van een groot publiek bij jou geen doel op zich. Waar leg je in je werk de prioriteiten met betrekking tot de artistieke inhoud en het bereik ervan?
‘Het is vrij eenvoudig: een ingelijste tekening is voor maximaal twinitg mensen en een vette song kan tot de tenen van de taxichauffeur binnendringen. Maar publiekshunkering is er bij mij niet. Ik doe werkelijk, maar dan ook écht werkelijk, alleen datgene waar ik me op verheug. En dat is het ‘maken’. Groot publiek, ja dat had ik met de tv, maar na drie uitzendingen werd je al moe van de nevenverschijnselen. Ik heb dus het geluk gehad dat ik met een goeie regelmaat véél en níks heb meegemaakt. Publiek of geen publiek, dat laat me onverschillig op het moment van het maken. Dat heeft eigenlijk ook met dat Eindhovense te maken. Bij openingen en dergelijke hadden we alleen de kleine kring makers: geen commissieleden die binnen dropen, geen museumdirecteuren die langs gleden, geen journalisten, niks! En dat was prettig, want het leverde een situatie op met weinig onechte spanning. Niemand liep er rond ‘wired with expectations’. Dat was een gezond ritme waar ik veel aan heb gehad. In zo’n nest toets je jezelf beter.

Film, dát wel, is een medium dat met publiek te maken heeft, en daar mee omgaan is een complex abracadabra. Ik denk daar nu wel veel aan, we zitten niet meer in een tijd dat je koket-inefficiënt kunt omgaan met wat je wil overbrengen. Het moet nu eventjes écht ‘in the face’.’

Publiek of geen publiek, dat laat me onverschillig op het moment van het maken.

‘Het geluk wil dat manipulatie een terrein is dat ik graag betreed, en dat is genietbaar zowel als je je tot één persoon richt of tot een menigte. Overigens moet gezegd worden, dat dat plezier ook over te brengen is. En dat werkt bevrijdend voor iedereen. Dat is ook goed te zien in de film ‘Het is waar maar niet hier’ die Luuk Bouwman over me maakte

Je kunt met deze vraag ook bedoelen: lever je in als je een groot publiek hebt? Dat voel ik niet zo. Als je je taal gaat bijschaven, dan wel. Maar ik gok op het feit dat wat voor mij geldt voor velen geldt, en dat is dikwijls waar. Met name heb ik dat kunnen meten aan de feedback op mijn songs dwars door landen en generaties heen. Ik hoorde van de week dat in Seoul een Colombiaanse vrouw in een karaoke een lied van me zong, met tekst en al, een intiem lied dat ik voor mijn vrouw – beeldend kunstenaar Maria van Heeswijk – had gemaakt. Universeler kan bijna niet.’


 

concert in een metro-gang, Kyoto

In kunstkringen was je in een bepaalde periode befaamd door het werken in een collectief dat je Instituut voor Betaalbare Waanzin (IBW) hebt genoemd. Wat is daarvoor in de plaats gekomen? En weet je de waanzin nog betaalbaar te houden?
‘Toen ik onverwachts een pop-personage werd in Zuid-Amerika -het was zeker niet mijn streven – wilde ik intenser dat platvorm en die popcultuur gebruiken. Nu ik dan toch eenmaal dat was geworden, dan maar ook vol gas erin. Dat was heel vruchtbaar, veel repercussie, veel media, volop interviews, allemaal aangereikte dragers om inhoud op te strooien. Mede omdat ik de enige was die Spaans sprak binnen het IBW werd het een trage crossfade, IBW kwam verder weg te staan en mijn papier als pop-personage nam het over: dat had te maken met urgentie en slagkracht. In die tijd hebben we nog Centro PerifericoInternacional gehad en de groepsgebeurtenissen Festicumex,die ogenschijnlijk festivals leken, maar eigenlijk heel iets anders waren.

Tegenwoordig heb ik minder de behoefte om een groep aan elkaar te lassen. Als het gebeurt, is het pragmatischer, dat heeft zeker met mijn voortdurend verplaatsen van nu te maken. Je kunt niet oneindig een nieuwe,-beste-vriend hebben.’

Je hanteert meerdere pseudoniemen. Zijn dat alter ego’s of geef je daarmee blijk van een meervoudige persoonlijkheidsstoornis, al is stoornis in jouw geval wellicht te zwak uitgedrukt?
‘Met het ontstaan van het IBW verdwenen al onze namen zo’n beetje naar de achtergrond, en daar is die gewoonte van over gebleven. Het mooie wanneer je met meerdere namen werkt is het moment waarop men door gaat krijgen dat het allemaal dezelfde persoon is, dan knalt de hersenpap tegen het behang. Dat is de strategie.’

Het mooie wanneer je met meerdere namen werkt is het moment waarop men door gaat krijgen dat het allemaal dezelfde persoon is, dan knalt de hersenpap tegen het behang.

Je schilderijen, tekeningen, sculpturen, collages en grafiek hebben een typerend handschrift: direct, ogenschijnlijk snel gemaakt, contrastrijk en brutaal. Welke overwegingen gaan aan het maken van dat werk vooraf en waar wil je in je recente werk uitdrukking aan geven?
‘Ik weet altijd vooraf wat ik als beeld wil hebben. Het is bij mij niet: wandelen door de geest tot ik iets tegenkom. Het is steeds een soort missie: ja, dáár gaat het over en ik ga het dit keer zus en zo doen. En dan met volle vaart erin.

Lukt het niet, dan ga ik niet zitten sleutelen of aan de drank. Ik vergeet het en laat het dan versnipperen in de recyclingbak van ideeën.

Vaak hebben mijn werken ook echt wel een lees-strategie. Eerst zien ze dit en daarna dat, eerst denken ze zo, en daarna zo. Daar schuilt dat manipuleren weer in: manipuleren en gemanipuleerd worden.’


 

Uncle Gurkha, vlag, 2.20 x 1.60 m

En dan met volle vaart erin.

‘Er is een beeld van de kunstenaar die uitbraakt wat men hem te eten heeft gegeven. Dat is eeuwenlang interessant geweest, en is het nog. Maar er is nu een punt gekomen dat er andere voorrangen zijn, zo voel ik het en zoek daar een vorm voor. Ik zit nu eigenlijk in een proces dat je niet meer ‘waanzinnig treffend wilt constateren’.’

In alles ben je een betrokken – om niet te zeggen geëngageerde – kunstenaar en tegelijkertijd trek je je van niets en niemand iets aan. Je maakt daardoor de indruk een activistische en anarchistische kunstenaar te zijn. Zie je dat zelf ook zo?
‘Ja, dan functioneer ik op m’n best. Laat ik het subtiel zeggen: het geluk dat uit die houding voortkomt is de reddingsboot waarmee Titanic-passagiers uit het water gehaald kunnen worden.’

Bij je optredens draag je een zwarte outfit waarop een wit skelet is afgebeeld. Daardoor danst je publiek als het ware met de dood. Zie jij het als een macabere dans of is het een kwestie van vrolijke ontregeling?
‘Het was en blijft een strategische middel van zeer laag allooi dat heel goed werkt: ik werd 48 toen ik ineens moest gaan optreden aan de andere kant van de wereld, voor een jong en uitdrukkelijk publiek. Daar had ik nooit aan gedacht. Ik wist dat het op mijn leeftijd een pathetisch karakter kon hebben. Ik dacht, nou, dan krijgen ze er nog een tandje bij, ik trek m’n skelet-overhemd aan, dan zijn ze bij mijn opkomst twee minuten van de kaart en in die twee minuten knal ik ze met het geluid de andere kant in. En dat is gelukt.

Overigens heb ik maar één skelethemd; dat heeft mijn schoonmoeder voor me gemaakt voor een bezoek aan St. Petersburg toen ze daar in 1990 al mijn films toonden. Dus ik had ‘m al in de kast.’

ik werd 48 toen ik ineens moest gaan optreden aan de andere kant van de wereld, voor een jong en uitdrukkelijk publiek.


 

Dick Verdult in Medellin met derde novelle Las Pinochetas, september 2019

Je werk straalt een enorme dynamiek uit. Wat is daarvan te ervaren in je komende tentoonstelling bij Annet Gelink?
Ik hou altijd goed rekening met de actieradius waarin ik verkeer. Wat kan men hier goed? Wat is hier eigen? Vaak werk ik van daaruit. Je gaat immers niet aquarelleren op de zuidpool, dan plakt het penseel aan het papier vast. Ik zit hoofdzakelijk in een woestijn in de binnenlanden van Aragon te werken. Vandaar nu dus keramiek en vlaggen. De vlaggen maak ik met het karton waarmee men in de lokale supermarkt de waterflessen opstapelt. Negen kartonnen aan elkaar zijn een vlag, elke vlag geeft een vervormd icoon weer. Het lijken gebruiksvoorwerpen te zijn om iets volks duidelijk te maken. Ik hou van het vervormen van volkscultuur. De tentoonstelling heet The Great Hanging Icon Flagellation.’

Klik hier voor meer informatie over IDFA
Klik hier voor meer informatie over de tentoonstelling bij Annet Gelink
Klik hier voor de website van Dick Verdult

Advertenties

Ook adverteren op mistermotley.nl ? Stuur dan een mail naar advertenties@mistermotley.nl

#mc_embed_signup{ font:14px Riposte, sans-serif; font-weight: 200; } #mc_embed_signup h2 { font-size: 3.6rem; font-weight: 500 } #mc_embed_signup .button { border-radius: 15px; background: #000;} #mc_embed_signup /* Add your own Mailchimp form style overrides in your site stylesheet or in this style block. We recommend moving this block and the preceding CSS link to the HEAD of your HTML file. */

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

* verplicht
Email formaat
(function($) {window.fnames = new Array(); window.ftypes = new Array();fnames[0]='EMAIL';ftypes[0]='email';fnames[1]='FNAME';ftypes[1]='text';fnames[2]='LNAME';ftypes[2]='text'; /* * Translated default messages for the $ validation plugin. * Locale: NL */ $.extend($.validator.messages, { required: "Dit is een verplicht veld.", remote: "Controleer dit veld.", email: "Vul hier een geldig e-mailadres in.", url: "Vul hier een geldige URL in.", date: "Vul hier een geldige datum in.", dateISO: "Vul hier een geldige datum in (ISO-formaat).", number: "Vul hier een geldig getal in.", digits: "Vul hier alleen getallen in.", creditcard: "Vul hier een geldig creditcardnummer in.", equalTo: "Vul hier dezelfde waarde in.", accept: "Vul hier een waarde in met een geldige extensie.", maxlength: $.validator.format("Vul hier maximaal {0} tekens in."), minlength: $.validator.format("Vul hier minimaal {0} tekens in."), rangelength: $.validator.format("Vul hier een waarde in van minimaal {0} en maximaal {1} tekens."), range: $.validator.format("Vul hier een waarde in van minimaal {0} en maximaal {1}."), max: $.validator.format("Vul hier een waarde in kleiner dan of gelijk aan {0}."), min: $.validator.format("Vul hier een waarde in groter dan of gelijk aan {0}.") });}(jQuery));var $mcj = jQuery.noConflict(true);

Meer Mister Motley?

Draag bij aan onze toekomstige verhalen en laat ons hedendaagse kunst van haar sokkel stoten

Nu niet, maar wellicht later