De kunstenaar en zijn tatoeages – Jip Piet
Op zijn onderarm staat een mus getatoeëerd, ‘blie blie’ roept het beest. Achter op de enkel van zijn linkerbeen roept een vreemd klein wezen; ‘bla bla’ terug. Volgens Jip betreft het een draak wiens staart is afgesneden door de scherven van een kapot bierglas dat zich op zijn pols gesitueerd heeft. De scherven hebben ervoor gezorgd dat de staart van het figuur levenloos is blijven liggen, vlak naast het gebroken glas op de pols.
In een donker casino, opgezet door Extrapool in Nijmegen, vliegen geen groene briefjes van 100 door de lucht, maar kun je met veel geluk een kunstwerk aan de haak slaan. Binnen heerst er volle concentratie. Zo’n 10 man zit zwijgend en gefocust aan een pokertafel in het schermerlicht, hopend op welverdiende winst. Na slechts drie keer draaien aan het rad van fortuin heb ik – uit afschuw van de 10 die-hard pokeraars – bijzonder veel geluk wanneer het rad het winnend vak bereikt en vertelt dat ik geen cocktail maar kunst gewonnen heb. Uit een grote voorraadkast mag ik een kunstwerk kiezen. Ik kies een boekwerk vol grafische tekeningen die van het papier af lijken te spatten, het is een onderdeel van de afstudeerscriptie van Jip Piet. We raken aan de praat en zo blijkt de net afgestudeerde kunstenaar een bekende van Mister Motley te zijn. Hanne Hagenaars zette hem eerder op de kaart als; ‘de kunstenaar die onvindbaar was op de graduation show’
Uit de strakke mouw van zijn lange trui piepen per ongeluk wat zwarte lijnen. Ik vraag hem de lijnen te onthullen en wanneer Jip zijn mouwen opstroopt blijkt zijn huid bedenkt met een tal aan kleine zelfontworpen tekeningen van inkt. Niet alleen op zijn arm maar ook onder zijn broekspijpen bevinden zich kleine tatoeages. Dit blijkt wanneer Jip Piet ongegeneerd zijn broek op zijn enkels laat zakken, staande voor een knal gele net behangen muur bedekt met zwarte vuurvlammen en tandjes. Ik herken het handschrift door de kunst die ik van hem won, zijn huid doet denken aan één groot stripverhaal.
36 tatoeages zijn het in totaal, soms telt hij ze met zijn kleine nichtje. Al hoewel; zijn de kop en staart van de draak twee tatoeages, of telt deze als een? Als Jip zijn tatoeages telt kom hij steeds weer op een ander aantal uit. Vreemde titels komen aan bod zoals; ‘de hoed van thelonious monk’ en ‘de sinaasappel’. Op zijn 18e werd zijn eerste tattoo, betiteld met ‘fire in the water’ op de huid vereeuwigd. De actie van het tatoeëren, de moment opname van het schetsen en de concentratie tijdens de actie geven hem zo’n rush dat hij inmiddels zijn eigen tatoeëerapparaat in bezit heeft. Nu tatoeëert hij niet alleen zichzelf maar ook anderen. Op plekken waar hij niet bij kan laat hij vrienden zijn huid beprikken, soms gaat hij naar de tattooshop.
De tekeningen op zijn huid lijken constant in dialoog met elkaar. Door de jaren heen kun je zien hoe het handschrift van Jip zich ontwikkeld heeft. De lijnen zijn strakker geworden, Jip heeft het medium eigen gemaakt. Toch heeft de imperfectie zo zijn charmes, zowel in zijn tatoeages als in zijn kunst. Reactie op reactie bedekt zijn huid, het gaat Jip om het verhaal. Zo verteld hij zijn tatoeages te zien als littekens uit het verleden. ‘Mijn been is het verhaal van verderf, mijn arm is een stripboek; misschien wel mijn levensverhaal’
Twee tijgers zijn druk in gesprek terwijl er aangebeld wordt door de afgehakte hand van Satan. Het rinkelende aanbellen duurt lang, het irriteert de mus die net zijn rust heeft gepakt, zittend op een menselijk bot. Tijdens het aanbellen van de afgehakte hand valt er een leeg bierglas op het hoofd van een gefossiliseerd skelet. Het heeft ervoor gezorgd dat de staart van het figuur op Jip’s enkel levenloos is blijven liggen, vlak naast het gebroken glas op de pols.
Mij doet het meer aan een aal denken.
Voor de serie: de kunstenaar en zijn tatoeages kwamen eerder al Jan Hoek Wicher Hupkes en Wieke Teselink aan het woord